Motie informele nazorg bij kanker

Nazorg bij kanker minstens zo belangrijk als het behandelen van de tumor

Caroline van der Plas dient vandaag een motie in bij de Tweede Kamer

Steeds meer mensen krijgen kanker. In 2032 leven 1,4 miljoen mensen met en na kanker. Hoe gaan we deze grote groep opvangen? Minstens zo belangrijk als de medische behandeling is namelijk de informele (na)zorg bij kankerpatiënten en hun naasten. Want de meeste patiënten ervaren juist ná de behandelingen dat het pas echt zwaar wordt. Ruim een derde van de mensen met kanker voelt zich vaak eenzaam en niet begrepen of ervaart klachten als depressie of angst. Zoals de zorg nu is ingericht hebben deze mensen het nakijken.

Over deze grote groep mensen maken we ons veel zorgen. De maatschappij is ingericht op het beter maken, maar wat er daarna volgt, daar is vaak nog te weinig oog voor. Dan sta je buiten het ziekenhuis omdat je genezen bent en is het ‘veel succes’. Terwijl er in anderhalf jaar behandeling zoveel met je is gebeurd. Het leven is doorgegaan, maar voor jou is dat leven anders geworden.

Op dit moment wordt er compleet voorbijgegaan aan de behoefte van kankerpatiënten én hun dierbaren aan psychosociale (na)zorg. Deze mensen moeten we niet aan hun lot overlaten, maar handvatten bieden bij hun terugkeer in de maatschappij. De Centra voor leven met en na kanker waar IPSO de brancheorganisatie voor is, bieden behoeftegerichte informele ondersteuning en kunnen de reguliere zorg hiermee ontlasten. Informele nazorg bij kanker zou voor iedereen toegankelijk moeten zijn. Het helpt mensen met kanker, maar zeker ook hun dierbaren, om weer positief om te gaan met de mogelijkheden die ze hebben. Daarnaast helpt het ze om weer vertrouwen te krijgen in hun lichaam en in de toekomst en weer zelf de regie te pakken over hun eigen leven.

Dus waarom wordt informele nazorg bij kanker nog steeds niet gefinancierd vanuit de overheid en of de zorgverzekeraar? En waarom vormt psychosociale ondersteuning nog geen structureel onderdeel van de oncologische ziekenhuiszorg? Een onbegrijpelijk gebrek aan focus in de maatschappij dat je ook terugziet in het Integraal Zorgakkoord.

Dit toont aan dat er in de reguliere zorg, maar ook in het Integraal Zorgakkoord, nog steeds een blinde vlek is voor de informele psychosociale zorg. Daarom dient Caroline van der Plas namens IPSO vandaag een motie in om de informele nazorg bij kanker in het Zorgakkoord op te nemen. Hiermee willen we de ogen openen van Den Haag en de formele zorg. Want ook zij zouden er niet alleen voor hoeven staan. Dit maatschappelijke probleem kunnen we samen vastgrijpen om die grote groep mensen geraakt door kanker een vangnet te bieden, weer op de been te brengen en te ondersteunen bij het terugpakken van de regie over het eigen leven.

Eerder becijferde de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) dat, als we de zorg niet anders inrichten, 1 op de 5 mensen in 2030 in de zorg werkzaam moet zijn. Wij weten als geen ander dat het zorgstelsel onder grote druk staat en dat de balans tussen draagkracht en draaglast van zorgmedewerkers zoek is. Maar de reguliere zorg hoeft het niet alleen op te knappen. Hier is een mooie rol weggelegd voor – de misschien wel passendere – informele (na)zorg. Door informele zorg in te zetten, wordt tevens voorkomen dat patiënten een beroep doen op de kostbare professionele psychosociale hulp. En juist dit type zorg – waarbij opgeleide vrijwilligers alle tijd en aandacht hebben om de kankerpatiënt, diens naasten en nabestaanden een luisterend oor te bieden – is enorm passend. Voor psychosociale zorg moet je namelijk tijd en continuïteit hebben. Dit prop je niet in een kwartiertje op afspraak. Daarbij is ook het lotgenotencontact dat de IPSO centra faciliteren van onschatbare waarde, gelijkgestemden weten immers wat je doormaakt. Kortom: leven met en na kanker zou je niet alleen hoeven doen.

 

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief en ontvang regelmatig het laatste nieuws.